Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Nu, mijn God, laat toch [40]Uw ogen open en Uw oren opmerkende zijn tot het gebed [41]dezer plaats. 40. Menselijker wijze van God gesproken, om te tonen dat God achtgeeft op de ellende en de gebeden der zijnen; Ps.34:16. 41. Dat is, hetwelk te dezer plaats of in dezen tempel gedaan zal worden, of dergenen, die het in deze plaats doen zullen. Alzo onder, hfdst.7 vs.15.